Joost van den Vondel
Jeptha, Koning David hersteld en Faëton
Portret van Joost van den Vondel, door W.P. Hoevenaar / P.W. v.d. Weijer
Binnen een periode van vier jaar heeft Vondel drie tragedies uitgegeven waarin de mannelijke hoofdpersonages gedwongen worden te kiezen tussen hoge, abstracte belangen aan de ene, en het leven van hun eigen zoon of dochter aan de andere kant.
In Jeptha, of offerbelofte (1659), Koning David hersteld (1660) en Faëton, of roekeloze stoutheid (1663) komen zodoende vaders ten tonele die verscheurd worden door twijfel en die zich tot het bittere einde tussen hoop en angst heen en weer geslingerd zien. Vondel ontleedt hun gevoelens tot in detail en is er zo in geslaagd treurspelen te schrijven die de lezer tot op de dag van vandaag heftig beroeren. Het is moeilijk níet mee te leven met de oudtestamentische landvoogd Jeptha, de legendarische joodse koning David en de klassiek-mythologische zonnegod Febus / Apollo. Uiteindelijk hebben zij alledrie de dood van hun respectievelijke nakomelingen te betreuren, en dat is nog niet alles, want ze weten zich bovendien mede-schuldig aan het feit dat hun zoon of dochter niet meer leeft. Wat het voor een vader betekent zélf verantwoordelijk te zijn voor de dood van een eigen kind, en hoe het toch kan dat iemand het zover laat komen – dat zijn de vragen waarop Vondel in de drie genoemde drama’s een antwoord wil geven.
Joost van den Vondel (1587-1679) wordt samen met Gerbrant Bredero en Pieter Corneliszoon Hooft beschouwd als de belangrijkste dichters van de de gouden eeuw. Vondel werd geboren in Keulen waarheen zijn uit Antwerpen afkomstige doopsgezinde ouders vluchtten voor de Contrareformatie. In 1597 vestigden zij zich in Amsterdam. Vondel verdiende zijn brood in de kousenhandel die hij van zijn vader had overgenomen. Tijdens zijn carrière als kousenmaker begon hij, als bewonderaar van Seneca, en later de Griekse klassieken, drama’s te schrijven. Tot Vondels bekendste werken horen zijn toneelstukken Gijsbrecht van Aemstel en Lucifer.
Over de editeur
J.W.H. Konst is hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de Freie Universität te Berlijn. Hij is gespecialiseerd in de vroegmoderne literatuur en zijn belangstelling gaat vooral uit naar de dramatische dichtkunst. Eerder publiceerde hij Woedende wraakghierigheidt en vruchtelooze weeklachten. De hartstochten in de Nederlandse tragedie van de zeventiende eeuw (Assen: Van Gorcum, 1993) en Fortuna, Fatum en Providentia Dei in de Nederlandse tragedie 1600-1720 (Hilversum: Verloren, 2003).
Publicatiegegevens
Bezorgd door: J.W.H. Konst
Uitgever: Prometheus / Bert Bakker
Uitvoering: gebonden met stofomslag
ISBN: 9789035126527