De Deltareeks

• NIEUWE TITELS
• EERDER VERSCHENEN
• IN VOORBEREIDING
• OVER DE DELTAREEKS
• NIEUWSBRIEF
• BESTEL

P.C. Hooft en S. Coster

Warenar

Portret van P.C. Hooft, door Herman ten Kate / P.W. v.d. Weyer

Een nerveuze vrek die een geërfde pot met gouden munten angstvallig voor diefstal tracht te behoeden. Door zijn geveinsde armoede vermoedt niemand zijn rijkdom. Totdat zijn paniekerigheid en grenzeloze achterdocht hem fataal worden.

Ziedaar het onderwerp van een van de meest succesvolle blijspelen uit onze zeventiende eeuw. P.C. Hooft en S. Coster zorgden in Warenar (1617) voor een hele reeks aan komische verwikkelingen en verpakten ze in de bloemrijke Amsterdamse volkstaal. Wanneer de dochter van vrek Warnar zwanger raakt en het vinden van een juiste huwelijkspartner voor het meisje de nodige problemen oplevert, leidt dit tot een aantal vermakelijke misverstanden.

Het verhaal, de personages en hun karaktertrekken werden ontleend aan een Latijns stuk uit de Oudheid. Maar de auteurs hebben er door allerlei aanpassingen en eigen vondsten een oer-Hollands stuk van gemaakt, dat in het Amsterdam van de vroege zeventiende eeuw speelt en daar veelvuldig op het toneel werd gebracht. Voorgewende armoede, een opgedrongen huwelijk, een wantrouwige baas en een goedgebekte dienstmeid, het weinig verhullende commentaar van een kok en zijn maatje, bedreigingen en scheldpartijen, een nachtelijk avontuur op het Ellendige Kerkhof nabij de Nieuwe Kerk, en uiteraard een goede afloop zijn de ingrediënten van dit meesterlijke blijspel uit de Gouden Eeuw.

Over de editeur

Jeroen Jansen (1957) studeerde Nederlandse taal- en Letterkunde en Klassieke talen aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1995 cum laude op een dissertatie over de beknoptheid van vorm en stijl in de renaissance. Tussen 1995 en 1997 deed hij als postdoc (NWO) onderzoek naar de stilistische helderheid in de Nederlandse literatuurtheorie tussen 1550 en 1700. Als KNAW-fellow stelde hij een omvangrijke studie samen over de literaire theorie rond het decorum in de renaissance. Vanaf 2001 maakt hij deel uit van een projectgroep die voor de periode 1500-1700 imitatie in de Europese literatuur onderzoekt.

GA NAAR: